Het Haagse oeuvre

Het is de ambitie van het Buitenmuseum om gedurende enkele jaren een database samen te stellen met verwijzingen naar relevant werk en informatie over de kunstenaars die hier hebben gewoond en gewerkt. Het gaat om kunstweken die hier zijn gemaakt van bijvoorbeeld om Jan van Goyen (1596-1656), Paulus Potter (1625-1654), Jan Steen (1626-1679), Bartholomeus van Hove (1790-1880), Salomon Verveer (1813-1876), Maurits Verveer (1817-1903), Elchanon Verveer (1826-1900) en Johannes Bosboom (1817-1891). Maar ook van de architect Claes Dircx van Balckeneynde (1600-1664 en de werken van de fabriek van het Haagse porselein en de schilderijen van La Fargue die de Dunne Bierkade tot onderwerp hebben. Het doel hiervan is om wetenschappers en geïnteresseerden een handreiking te doen voor nader onderzoek naar de Haagse periode van de kunstenaars.

Jan Josephsz. van Goyen (1596 – 1656)

Jan van Goyen was een Nederlands landschapschilder uit de Gouden Eeuw. Hij maakte meer dan 1000 schilderijen en 800 tekeningen. Van Goyen heeft veel schilderijen nagelaten van het typische Hollandse landschap met rivieren, kanalen, zandwegen, duinen en strand. Hij schilderde Den Haag, Rotterdam, Delft, Dordrecht, Leiden, Gouda, Rhenen, Arnhem, Nijmegen, Emmerik en Kleef. Beroemd zijn de Hollandse luchten. Hij schilderde regelmatig (winter)landschappen, zee- en stadsgezichten.

Van Goyen leefde in het huis op de Dunne Bierkade vanaf 1631/32 in Den Haag. Het oeuvre dat hij hier gedurende zo’n 25 jaar opbouwde en zich in Nederlandse collecties bevindt, is zeer goed in kaart gebracht en chronologisch te volgen via de volgende link bij de website van de Collectie Nederland. Een andere site, waarop relevant werk is gepubliceerd in (inter)nationale collecties, publicaties en tentoonstellingen is PubHist.

In steden als Nijmegen, Leiden, Amsterdam en Dordrecht hangen imposante werken van Jan van Goyen. De schilderijen zijn vaak de belangrijkste museumstukken van deze steden. De schilderijen werden hier in het Jan van Goyenhuis (onderdeel Buitenmuseum, Schilderrijk Den Haag) geschilderd.

Het Haagse oeuvre van Jan van Goyen is over de hele wereld verspreid en bevindt zich in talrijke toonaangevende musea. In Den Haag is het werk ‘Gezicht op Den Haag vanuit het Zuid-Oosten’ te zien in het Haags Historisch Museum. Van dit museum hebben wij een kopie gekregen dat te zien is in het woonhuis van Jan van Goyen (onderdeel Buitenmuseum, Schilderrijk Den Haag). In Museum Bredius zijn een aantal tekeningen en een schetsboekje te zien. Een andere site, waarop relevant werk is gepubliceerd in (inter)nationale collecties, publicaties en tentoonstellingen is PubHist.

Jan Havickszoon Steen ( 1626 – 1679)

Jan Steen is een van de beroemdste schilders uit de Gouden Eeuw. Jan Steen heeft zo’n 450 schilderijen gemaakt. Twintig procent hiervan zijn historiestukken, maar hij is voornamelijk bekend geworden door zijn genre-stukken, waarbij op humoristische wijze het leven van alledag op de hak wordt genomen. In zijn schilderijen speelde hij, zijn vrouw en zijn kinderen regelmatig een rol. Zijn werken zijn wereldberoemd. In de eregalerij van het Rijksmuseum zijn veel schilderijen van Jan Steen te vinden, waarop soms ook hijzelf en zijn gezin zijn afgebeeld. De Nederlandse uitdrukkingen ‘een huishouden van Jan Steen’ en ‘leven in de brouwerij brengen’ zijn aan hem ontleend.

Bij de tentoonstelling ‘Jan Steen, Painter and Storyteller’ die van 28 april 1996 – 18 augustus 1996  in de National Gallert of Art in Washington D.C en van 21 september 1996 – 12 January 1997 in het Rijksmuseum werd gehouden, verscheen een gelijknamige catalogus van H. Perry Chapman en Wouter Th. Kloek (ISBN 9789040098321).

De chronologie van het werk van Jan Steen is moeilijk in kaart te brengen, aangezien slechts een klein aantal schilderijen is gedateerd. Het Mauritshuis is bezig met een grootschalig onderzoek. Van het oeuvre-onderzoek zijn diverse filmpjes op Youtube. Jan Steen werkte vijf jaar in Den Haag en trouwde hier met de dochter van de landschapsschilder Jan van Goyen. Jan Steen verliet in 1654 Den Haag en vestigde zich in Delft. Het grootste deel van zijn oeuvre maakte hij pas later, in de jaren 60 van de zeventiende eeuw. Hij woonde toen niet in Den Haag, maar in Haarlem en later in Leiden.

Het werk van Jan Steen is over de hele wereld verspreid. Een globaal idee van zijn oeuvre kunt u krijgen door de volgende link. In Den Haag heeft naast het Mauritshuis ook Museum Bredius een aantal interessante werken van Jan Steen. Een andere site, waarop relevant werk is gepubliceerd in (inter)nationale collecties, publicaties en tentoonstellingen is PubHist. Niet opgenomen in deze lijst is de tentoonstelling uit 2018 in het Mauritshuis: ‘Jan Steen vertelt’.

Paulus Potter (1625-1654)

Paulus Potter woonde een aantal jaar in het huis op de Dunne Bierkade 17. In 1649 huurde Potter een huis in Den Haag van de schilder Jan van Goyen, en schreef zich in bij het plaatselijke schildersgilde. Hij woonde hier een aantal jaren naast Jan van Goyen. In dit jaar trouwde zijn buurmeisje Margriet van Goyen met de schilder Jan Steen.

In Den Haag leerde Paulus Potter zijn vrouw kennen, Adriana, de dochter van de meester- timmerman en bouwermeester Claes Dircksz van Balckeneynde, die in het andere huis naast Potter woonde. Ze trouwden op 3 juli 1650. Vanwege zijn afkomst van moederskant werd Potter geïntroduceerd bij de elite. Ook de schoonvader van Potter, Balckeneynde, introduceerde hem. Onder andere Johan Maurits van Nassau-Siegen en/of zijn secretaris bezochten Paulus Potter om zijn werk te bekijken. Potter maakte in die periode onder andere een schilderij voor Amalia van Solms, met als doel het tegen een schoorsteen te plaatsen.  Op 1 mei 1652 vertrok Potter naar Amsterdam op uitnodiging van Nicolaes Tulp, arts en burgemeester te Amsterdam, die al een aanzienlijk aantal schilderijen van hem bezat. 

Potter heeft ongeveer honderd schilderijen nagelaten, de meeste op klein formaat. Naast schilderijen maakte hij ook een klein aantal etsen. Oorspronkelijk schilderde hij historiestukken, net als zijn vader. Hij werd echter beroemd als beestenschilder.

De Universitaire Bibliotheken Leiden (UBL) heeft gedigitaliseerde tekeningen en prenten beschikbaar gemaakt via Digital Collections.. U krijgt hier een exemplarisch overzicht van een deel van zijn oeuvre aan prenten. Het zijn met name etsen van dieren, zoals koeien, paarden, leeuwen en luipaarden.

Ook het Rijksmuseum heeft een mooie collectie, maar het beroemdste werk is natuurlijk in bezit van het Mauritshuis: ‘De Stier’ van Potter. In dit museum werd in 1995 hier een tentoonstelling gehouden van het werk van de kunstenaar met een uitstekende catalogus van Walsh, A., Buijsen, E., Broos, B., Enklaar, M., Buvelot, Q. – P (1994) (ISBN: 9789040097102) , waarin het werk en het leven van Paulus Potter wordt beschreven aan de hand van een aantal hoogtepunten. Hiervan is een lijst van de schilderijen op wikipedia gepubliceerd, die iets werd uitgebreid met afbeeldingen diep de site van het RKD zijn. Beroemd werk bevindt zich verder bijvoorbeeld in de Hermitage in St. Petersburg en in het Paul Getty Institute in Los Angelos.

Bartholomeus van Hove (1790-1880)

Bartholomeus van Hove (1790 -1880) was één van de belangrijkste schilders uit de Romantiek, een kunststroming met een sterke hang naar de Gouden Eeuw. Hij schilderde honderden stadsgezichten ‘tussen fantasie en werkelijkheid’, was tevens decorschilder. Hij heeft een omvangrijk oeuvre nagelaten. In zijn atelier aan de Dunne Bierkade werden kunstenaars opgeleid. Hier wist hij zijn vakmanschap over te brengen op Bosboom en Weissenbruch, beroemde schilders van de Haagse School. Ook was hij mede-oprichter en eerste voorzitter van Pulchri Studio en gaf hij les aan de Haagse Tekenacademie, de voorloper van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Daarnaast was hij lid van Arti en Amicitiae (Amsterdam)

Het Haags Historisch Museum heeft de meest omvangrijke collectie van de kunstenaar en hield tussen 28 januari 2012 t/m 29 april 2012 een tentoonstelling met de veelzeggende titel ‘Tussen fantasie en werkelijkheid, de stadsgezichten van B.J. van Hove (1790-1880)’. In de gelijknamige catalogus van Michiel van der Mast en  Tiny de Liefde-van Brakel (ISBN 9062166474, 9789062166473) zijn diverse kunstwerken met werk dat in de de directe omgeving van het Buitenmuseum te plaatsen is. Voorbeelden hiervan zijn ‘De Tuin van de Gedempte Burgwal 34’ met een uitzicht op de Paviljoensgracht en de schilderijen van het Spui en het Zieken. waar de trekschuit vertrekt en aankomt.

Op de site van het RKD (Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie) staat een lijst met leerlingen van Van Hove, een aantal kunstwerken en diverse gedigitaliseerde bladen uit overzichtscatalogi van tentoonstellingen, waar zijn werk te zien was.

De familie Verveer

De schilders Salomon, Maurits en Elchanon Verveer waren de eerste zeer succesvolle Joodse kunstenaars in Nederland. Zelfs het Koninklijk Huis behoorde tot hun klantenkring.

Rond 1840 komt de Joodse familie Verveer aan de Dunne Bierkade wonen. De oudste broer Salomon Verveer (1813 – 1876) ging in de leer bij Bartholomeus van Hove. Hij schilderde stadsgezichten en strand- en duingezichten. Salomon werd één van de beroemdste schilders van de Romantiek. Vanaf de helft van de negentiende eeuw is hij degene De Amsterdamse en Haagse Joodse wijk schildert, een trendzetter voor dit thema binnen het genre stadsgezichten. Zo schildert hij de wijk rond de Nieuwe Kerk, waar zijn ouders vandaan kwamen en in de Venestraat een winkel in omslagdoeken hadden. Zijn familie ontworstelde zich uit deze armzalige Joodse wijk en ging daarna dus op de chique Dunne Bierkade wonen. Zijn belangrijkste leerling was Jan Weissenbruch.

Zijn broer Moses Leonardus Maurits Verveer (1817 -1903) was één van de eerste fotografen. Hij legde zich toe op het fotograferen van bekende personen, waaronder kunstenaars, politici maar ook leden van het Koninklijk Huis, de schrijfster Truitje Bosboom-Toussaint en de ontdekkingsreiziger Alexandrine Tinne. Hij maakte ook foto’s van het werk van kunstenaars. Ter ere van de tachtig jarige verjaardag van Schelfhout fotografeert hij de kunstenaars van Pulchri Studio.

Het is aannemelijk dat Vincent van Gogh (1853-1890) zijn werk in 1883 bij hem in een atelier in de stad heeft laten fotograferen.

De jongste broer, Elchanon Leonardus Verveer (1826-1900) was kunstschilder en graficus. Hij maakt meer dan 40 karikaturen van de kunstenaars van Pulchri Studio. Elchanon Verveer ontwikkelt het zogenaamde vissersgenre. De vissers en hun activiteiten vormen het onderwerp van zijn kunstwerken. De portretten die Elchanon Verveer maakt van Scheveningse vissers zijn ook net karikaturen (net als bij Van Gogh).

Informatie over de drie broers in de publicatie ‘De gebroeders Verveer, Haagse meesters van de Romantiek’ bij de tentoonstelling in het Joods Historisch Museum (ISBN 9789057306952) o.a. Christiaan Lucht en bijbehorend filmpje op Youtube.

Werk van Salomon Verveer bevindt zich onder andere in Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam, Rijksmuseum Twenthe en het Haags Historisch Museum. Werk van Maurits Verveer, onder meer in het Rijksmuseum in Amsterdam (o.a. foto’s van Bekroond ontwerp voor het Nationaal monument 1813-1863 in Den Haag) en in de Koninklijke verzamelingen in Den Haag. Van Elchanon Verveer zijn een aantal karikatuurportretten in de collectie van het Rijksmuseum in Amsterdam. Er zijn illustraties voor periodieken als de Kunstkronijk, boeken van Jacob van Lennep  (1802-1868) en gedichten van Johan Gram (1833-1913). 

Johannes Bosboom (1817-1891)

In 1831 gaat Johannes Bosboom (1817-1891) bij zijn buurman Bartholomeus van Hove in de leer. Salomon Verveer en de zoon van Bartholomeus van Hove, Huib van Hove zijn dan tevens leerlingen in het atelier. Uit onderzoek naar de bewonersgeschiedenis van de Dunne Bierkade blijkt dat de schilder tot aan zijn huwelijk in 1851 bij zijn ouders op nr. 16 woonde. Daar had hij ook zijn atelier. Hij begint zijn schilders carrière in de stijl van de Romantiek en gaat met losse verftoesten en in een atmosferische stijl werken. Bosboom is vooral bekend geworden door zijn kerkinterieurs in de traditie van zeventiende eeuwse meesters als Gerard Houckgeest en Emanuel de Witte. Hij construeert ruimtes die opgebouwd worden door een spel van licht en donker. Door deze impressionistische benadering toont hij zich de meester en innovator van het architectuurstuk. Johannes Bosboom ontdekte de badplaats Scheveningen tijdens een vakantie in 1873. Visserswoningen te Scheveningen. In hotel Zeerust maakte hij diverse schetsen, waarvan hij er ruim vijftien in aquarel uitwerkte, zoals deze van de Visserswoningen in Scheveningen, een onderwerp waar Van Gogh zo’n tien jaar later ook een aquarel van maakt.

Als Van Gogh later besluit om kunstenaar te worden is Johannes Bosboom een van de schilders die Van Gogh advies geeft (Etten 16 augustus 1881):

’Toevallig heeft Bosboom mijn studies gezien, heeft mij nog een & ander gezegd er over maar wenschte ik maar eens meer gelegenheid had om door hem teregtgewezen te worden. B. is een van die menschen die de gaaf hebben om ook aan anderen iets te leeren & aan ’t verstand te brengen.’ 

In 1999 is het boek ‘Johannes Bosboom (1817-1891), schilder van licht, schaduw en kleur’ gepubliceerd. De auteurs C.H. Dinkelaar & D.L. Kaatman. Dit boek dient als oeuvrecatalogus en monografie
(ISBN 9789059971233).

Het Rijksmuseum in Amsterdam heeft naast schilderijen, een schetsboek, veel tekeningen en aquarellen van Bosboom. Een van deze aquarellen toont het Heilige Geesthofje (onderdeel van het Buitenmuseum). In de Collectie Mesdag is een groot aantal tekeningen, aquarellen en studies van Bosboom te vinden. Ook het Kunstmuseum heeft een aantal tekeningen en een schilderij.

Op fiche 588 van het Haags Gemeentearchief staat het Bevolkingsregister van de gemeente ’s-Gravenhage over de periode 1850-1861, Bladen 61-90 huisnrs. (dat is Wijknrs.) 49-70, Wijk N Dunne Bierkade Wijknr. 68-16.  Hierin is terug te vinden waar Bosboom tot wanneer woonde.

Claes Dircx van Balckeneynde (1600-1664)

Claes Dirckszoon van Balckeneynde was aannemer-architect en een medewerker van Pieter Post. Als zodanig was hij betrokken bij de bouw en verbouw van de paleizen van de Oranjes zoals paleis Noordeinde en Paleis ten Bosch. Verder nam hij de bouw van de Sebastiaansdoelen aan en bouwde het Catshuis.

Het Van Balckeneynde Huis is in 1638 gebouwd naar een ontwerp van Pieter Post (1608-1669) in Hollands classicistische stijl. Het huis getuigt van een zuivere maatvoering en harmonie en past als voornaam woonhuis bij de rijkdom en status van de familie. Hier, aan de rand van de stad was het goed wonen met een weids uitzicht op Delft. Achter het huis was de timmermanswerf. Bouwmaterialen werden via de grachten en de Vliet vervoerd. Bijzonder aan het huis is de unieke en geheel in natuursteen uitgevoerde voorgevel. Van Balckeneynde was als medewerker van hofarchitect Post betrokken bij de bouw en verbouw van de paleizen van stadhouder Frederik Hendrik (1584-1647) zoals Paleis Noordeinde en Paleis ten Bosch. In deze tijd wordt volop gebouwd in Den Haag.

In 1634 kocht hij met anderen een perceel grond aan het Plein om er een huis te bouwen. Op 17 oktober 1636 kreeg hij een grote opdracht voor 24.800 ponden om een nieuw gebouw  voor de Sint Sebastiaansdoelen. Van deze gunning is in datzelfde jaar door Jan van Ravesteyn een schilderij gemaakt waarop het voltallige stadsbestuur is afgebeeld en waarop ook Van Balckeneynde te zien is.

Er is geen overzichtswerk van Van Balckeneynde. Wel wordt hij in diverse publicaties genoemd (bijv. als bouwer van Huygens’Hofwijck en het Catshuis).

Haags Porselein

De Porseleinfabriek   (1776-1791)
Ten tijde van het bewind van stadhouder Willem V bloeide het culturele leven in de Hofstad. De prins had een eigen hoforkest en op uitnodiging van zijn zuster prinses Carolina verbleef het muzikale wonderkind Mozart zeven maanden in Den Haag samen met zijn ouders en zijn zuster. En de prins opende het eerste openbaar toegankelijke museum in ons land, schilderijenzaal Willem V waarin de uitgebreide stadhouderlijke schilderijencollectie was ondergebracht. 

Ook ondersteunde hij de opbouw van een Haagse porseleinfabriek. Een eigen porseleinfabriek voor de hofstad werd door het stadhouderlijk hof en de elite eromheen als een kwestie van prestige beschouwd. 

Aanvankelijk werd het porselein beschilderd op de Bagijnestraat en in Anton Lijncker kocht het Van Balckeneynde Huis met de riante tuin eind 1778 op de Dunne Bierkade. In 1779 startte hij hier de “fabrijc” achterin de tuin werden de kostbare serviezen voor de Haagse elite gedecoreerd en geglazuurd. Tientallen schilders verzorgden de motieven op de serviezen.

Om de Haagse afkomst te benadrukken werden de producten voorzien van een fabrieksmerk: de ooievaar, het symbool van de stad. 

De onbeschilderde porseleinen voorwerpen kwamen uit fabrieken in het buitenland en waren op zichzelf al vaak bijzonder van vormgeving. In de porseleinfabriek hier achterin de steeg, om de hoek, werden ze geglazuurd en met de hand beschilderd met motieven met exotische bloemen en dieren, met klassieke motieven maar ook unieke landschappen. Daarmee werden ze een kostbaar bezit. 

Kasteel Duivenvoorde heeft een collectie Haags porselein, evenals het Koninklijk Huis. Ook het Kunstmuseum bezit een uitgebreide collectie.

Er is een uitstekend boek over het Haags porselein geschreven ‘Haags Porselein’ door Constance Scholten (ISBN 9789040094651), 2000. In Delpher is tevens informatie te vinden, zoals een oude catalogus van Haags Porselein. 

Spinoza (1632-1677)

Jan van Goyen (1596-1656) liet op de Paviljoensgracht nog een huis bouwen. Later zou de beroemde filosoof Baruch de Spinoza hier op zolder onder andere zijn ‘Ethica’ schrijven. In dit huis draagt de Vereniging Het Spinozahuis op de begane grond zorg voor het erfgoed van Benedictus de Spinoza (1632-1677). Het samenwerkingsverband van het Buitenmuseum met de Vereniging richt zich op het organiseren van diverse activiteiten, niet op collectiebeheer.

Spinoza is de beroemdste filosoof van Nederland. Hij behoort tot het kleine gezelschap van klassieke filosofen die gezichtsbepalend worden geacht voor de geschiedenis van het westerse denken. Het oudste manuscript ‘De Ethica’ bevindt zich in de collectie oude manuscripten uit het Vaticaan en is in 2010 bij toeval teruggevonden. Het bewuste manuscript is een kopie van het origineel, overgeschreven door Pieter van Gent, een vertrouweling van Spinoza (vermoedelijk in 1674 of 1675). Spinoza vernietigde het origineel uit angst. In Rome wist een spion van de Inquisitie Van Gent te verleiden deze ‘gevaarlijke’ tekst bij hem in bewaring te geven.

In het huis op de Paviljoensgracht is een collectie boeken ondergebracht. In de studiezaal kunnen geïnteresseerden en onderzoekers de boeken bestuderen. Ook zijn er vitrinekasten met interessante wetenswaardigheden. De Vereniging Het Spinoza beheert tevens een museum in Rijnsburg dat reguliere openingstijden kent en waar de collectie van de vereniging te zien is.

Afbeeldingen van de Dunne Bierkade van La Fargue

Er zijn twee schilderijen van hetzelfde huis, van dezelfde schilder, 
Maria la Fargue (1743-1813) en van dezelfde collectie, het Haags Historisch Museum.

Het schilderij van de buitenzijde toont het hoekhuis op de Dunne Bierkade, met de blik richting de Bierkade. Op dit schilderij laat een visverkoper een tarbot zien aan een deftig geklede dame. Naast haar staan haar dochtertje en een dienstmeisje. Het schilderij bevindt zich in het Haags Historisch Museum.

Het schilderij van de binnenkant van hetzelde huis geeft een goede indruk van een rijk Haags interieur in de 18de eeuw. Een schoorsteen in Louis XV stijl, het mosgroene festoengordijn is opgetrokken, de rode overgordijnen van opzij geschoven. Aan het plafond een glazen kroonluchter en op de vloer een Deventer tapijt.

De rijk geklede dame links, met een met hermelijn afgezette stola en een hermelijnen mof, brengt met haar zoontje (geheel rechts) een kraambezoek. Links het kraambed, behangen met kostbare stoffen. Het wiegje staat links naast de kraamvrouw, die met haar voeten op een stoofje rust.